Mensen vinden het vaak lastig om te begrijpen hoe je de juiste wijn bij een gerecht kiest. Of het juiste gerecht bij een bepaalde wijn, dat kan natuurlijk ook.
Allereerst is het belangrijk om te weten dat de meest opvallende smaken uit je gerecht dienen te matchen met de wijn die er bij geschonken wordt. Een kruidig gerecht vraagt doorgaans om kruidige wijn, een frisse salade vraagt dan om een? Frisse wijn, juist!
Rood vlees wordt vaak gepaird met rode wijn. Maar waarom? De smaken dienen elkaar te versterken, dan is de hele ervaring in balans. Een mooi stuk vlees is stevig van zowel smaak als structuur. Zoals hierboven vermeld, dien je dus een stevige wijn te schenken met een vergelijkbare ‘kracht’ in smaakprofiel. Derhalve kan er een stevige, rode wijn met gemiddelde of hoge mate van tannine geschonken worden. Tannine kun je herkennen doordat de wijn ‘droog’ trekt in je mond, alsof je op een druivenpit bijt. Overigens is het bewezen dat dit een bestanddeel is wat goed is voor de mens, hier zal ik mij later nog even over uitweiden. Stevige tannines worden verzacht door eiwitten in rood vlees, daarom is het een verstandige keuze om dit met elkaar te combineren. De wijn wordt zachter en het vlees smaakt beter. Kijk wel even naar de intensiteit van het vlees. Een Ribeye vraagt eerder om een stevige Malbec, waar een biefstuk heerlijk combineert met een Barbera d’Asti of Sangiovese door de meer subtiele aroma’s en frisse zuren.
Wat drinken we dan bij vis? Eigenlijk is het spel hetzelfde. Vette vis (al dan niet met vettere sauzen) vraagt om een wijn met een vollere body zoals Chardonnay of Viognier. Meer magere vis zoals zeebaars of dorade kan doorgaans bijvoorbeeld gezelschap gebruiken van een frisse Albariño of Sauvignon-Blanc. Kibbeling gaat overigens ook prima met een Rueda maar ik weet niet of onze Volendamse vrienden dit koud hebben staan. En rood? Jazeker! Vis met een stevige structuur zoals tonijn of makreel doen het vaak prima met een zachte en soepele Pinot-Noir. Een goede vis moet drie keer zwemmen: in het water, in de boter en in de wijn.
De juiste wijn vinden bij pittige gerechten uit de Aziatische keuken is vaak een lastige opdracht. Hier dien je wat mij betreft maar met twee zaken rekening te houden: alcoholpercentage en tannines. Pepers worden versterkt door een hoog alcoholpercentage, tannines kunnen hier ook een onprettige sensatie veroorzaken. Als je een dikke rode Bordeaux schenkt bij je sriracha doordrenkte gyoza wordt de sensatie heter dan een dinsdagavond op Temptation Island. Ga dus op zoek naar een witte wijn met fruit en laag of gemiddeld alcoholpercentage zoals een Alsace Pinot-Blanc of Gewürztraminer. Een witte wijn met iets restsuiker (licht zoet) is soms een welkome toevoeging mits goed gekoeld geserveerd. Het kalmeert je smaakpapillen en zorgt voor innerlijke ‘rust’ bij het verorberen van je Szechuan Kung Pao garnalen. Ga je toch liever voor rood? Zorg dan dat je een kruidige, lichte rode wijn uit zoekt met weinig tannines. Een soepele Pinot-Noir doet het doorgaans prima en zet er dan ook even een glas water naast. Blussen maar!